HGe 4/4
De HGe 4/4 was de eerste elektrische trein van de BVZ Zermatt-Bahn. In 1927 werd de opdracht gegeven voor de bouw van vijf loc's met een vermogen van 480 kW. Maschinenfabrik Oerlikon kreeg de opdracht en verzorgde het elektrische deel van de loc zelf. De draaistellen kwamen van de Schweizerischen Lokomotivfabrik Winterthur en de buitenkant werd gemaakt door de Schweizerische Waggon- und Aufzügefabrik Schlieren.
De nieuwe loc's moesten aanhanglasten van maximaal 60 ton kunnen trekken en de asdruk mocht niet hoger zijn dan 12 ton. Op adhesie-trajecten moest de trein 45 km/h en op de tandrad-trajecten 16 km/h kunnen lopen. Verder moest de locomotief met een bagagedeel worden uitgerust.
Ondanks dat de gestelde eisen voor problemen zorgden lukte het de ingenieuren toch om aan deze eisen te voldoen, en in 1929 werden de loc's met de nummers 11 t/m 14 afgeleverd. In 1930 volgde de loc met het nummer 15. Voor de locomotiefkast moest vanwege de gewichtseisen naar een andere dan normale oplossing gezocht worden. Voor het eerst bij locomotieven werd er gebruik gemaakt van lichtmetaal, wat in de vakbladen toentertijd veel opzien baarde.
In latere jaren kon door slechts een kleine aanpassing het vermogen worden verhoogd van 480 kW naar 680 kW. Net als bij de eerste stoomlocomotieven werd ook hier de nadruk gelegd op goede remmen. Het bagagedeel van de loc's kon een capaciteit van 2 ton aan en bevond zich meestal aan de kopkant van de loc. Moest de machinist in het begin nog staand de trein bedienen, werden er later zitplaatsen voor het personeel in gebouwd.
In 1938 bestelde de BVZ Zermatt-Bahn een zesde exemplaar. Technisch gezien was deze loc, HGe 4/4 nr. 16, nagenoeg gelijk aan de overige vijf, echter hij kreeg een andere buitenkant. De grote neuzen verdwenen, en de cabine bevond zich nu op het uiteinde van de loc. Aan beide kanten van de loc bevind zich een klein platform voor het personeel. Dit keer was de totale cabine uit licht staal, en waren de vleugeldeuren voor de bagageruimte vervangen door schuifdeuren. Deze loc diende als basis voor de aan de Furka-Oberalp-Bahn (FO) geleverde loc's HGe 4/4 - nrs. 31 - 37.
In 1951 werd nr. 16 door een lawine getroffen en bijna volledig verwoest. De Schweizerischen Lokomotivfabrik Winterthur en de Maschinenfabrik Oelikon zorgden voor een volledig herstel voor de locomotief, en deze bevindt zich zodoende nog steeds in bedrijf. Door technische ontwikkelingen en de ingebruikname van de HGe 4/4 II's in 1990 kan er vanuit worden gegaan dat van de locomotieven 11 - 15 de beste bewaard zal worden gebleven als reserve- of museumloc. De overige vier zullen afgevoerd worden. Nr. 16 zal voornamelijk voor reserve- en ondersteuningsdiensten rond Zermatt gebruikt worden.
Inmiddels zijn in de periode tot en met 2005 de nummer 11 tot en met 14 afgebroken en is nummer 15 de gelukkige die als museumloc in stand zal worden gehouden.
Op 30 juni 2007 werd bekend gemaakt dat de DFB voor een symbolische prijs de HGe 4/4 nr. 16 gekocht heeft. Voordat de lok naar Gletsch vervoerd werd, werd hij nog in de MGB-werkplaats voorzien van tweebeenpantograven in plaats van de eenbeenpantograven, zodat hij nu aansluit bij de ex-FO HGe 4/4's. Deze pantograven komen van FO lok 37, welke op 10 juli 2007 in de werkplaats van Brig-Glis volledig gestript is, voordat deze naar de sloop werd getransporteerd. Er is nog niet bekend wat de inzet van de lok zal zijn, en tot die tijd blijft de lok in de remise in Gletsch staan.
Download hieronder de technische gegevens van deze loc:
In 1951 werd nr. 16 door een lawine getroffen en bijna volledig verwoest. De Schweizerischen Lokomotivfabrik Winterthur en de Maschinenfabrik Oelikon zorgden voor een volledig herstel voor de locomotief, en deze bevindt zich zodoende nog steeds in bedrijf. Door technische ontwikkelingen en de ingebruikname van de HGe 4/4 II's in 1990 kan er vanuit worden gegaan dat van de locomotieven 11 - 15 de beste bewaard zal worden gebleven als reserve- of museumloc. De overige vier zullen afgevoerd worden. Nr. 16 zal voornamelijk voor reserve- en ondersteuningsdiensten rond Zermatt gebruikt worden.
Inmiddels zijn in de periode tot en met 2005 de nummer 11 tot en met 14 afgebroken en is nummer 15 de gelukkige die als museumloc in stand zal worden gehouden.
Op 30 juni 2007 werd bekend gemaakt dat de DFB voor een symbolische prijs de HGe 4/4 nr. 16 gekocht heeft. Voordat de lok naar Gletsch vervoerd werd, werd hij nog in de MGB-werkplaats voorzien van tweebeenpantograven in plaats van de eenbeenpantograven, zodat hij nu aansluit bij de ex-FO HGe 4/4's. Deze pantograven komen van FO lok 37, welke op 10 juli 2007 in de werkplaats van Brig-Glis volledig gestript is, voordat deze naar de sloop werd getransporteerd. Er is nog niet bekend wat de inzet van de lok zal zijn, en tot die tijd blijft de lok in de remise in Gletsch staan.
Download hieronder de technische gegevens van deze loc:
hge_4_4_1.pdf | |
File Size: | 171 kb |
File Type: |
hge_4_4_1_16.pdf | |
File Size: | 178 kb |
File Type: |
Typeverklaring
H - Locomotief met tandradaandrijving
G - Smalspoorlocomotief (adhesie)
e - Elektrische loc
4 - Vier aangedreven assen
4 - Totaal vier assen
G - Smalspoorlocomotief (adhesie)
e - Elektrische loc
4 - Vier aangedreven assen
4 - Totaal vier assen
Namen en gegevens
HGe 4/4 nr. 11
Naam: - Bouwjaar: 1929 Opmerkingen: in 2005 afgebroken HGe 4/4 nr. 12 Naam: - Bouwjaar: 1929 Opmerkingen: in 2005 afgebroken HGe 4/4 nr. 13 Naam: - Bouwjaar: 1929 Opmerkingen: in 2005 afgebroken |
HGe 4/4 nr. 14
Naam: - Bouwjaar: 1929 Opmerkingen: in 2005 afgebroken HGe 4/4 nr. 15 Naam: - Bouwjaar: 1930 Opmerkingen: wordt als museumloc bewaard. HGe 4/4 nr. 16 Naam: - Bouwjaar: 1938 Opmerkingen: Is afwijkend van de andere 5 loc's van hetzelfde type. In 1951 door een lawine getroffen en weer opnieuw opgebouwd. In 2007 overgegaan naar de DFB. |